Pieter Corneliszn Maas (1766-1850) - brief aan zijn ouders vanuit Parijs dd 21 sept 1796

Brief van Pieter Maas Czn aan zijn ouder vauit Parijs (1796) - blad 1

Parijs den 21 September 1796, 5* complementaire van 't 4* jaar

Waarde Vader en Moeder,

Wat of de reeden geweest is dat ik uw brief van den 15e eerst gisteren avond heb ontfangen weet ik niet, althans Zondagavond zijn alle de brieven uyt Holland aangekoomen en deeden mij niet weinig verwondert staan van er geen voor mij meegebragt te hebben; Gij zult uyt mijn voorige van den 17° gezien hebben dat ik verbaasd met mijn rijs gesukkeld heb, dan zulks zal nu beeter gaan vermits er van hier alle dagen geregeld diligences na Rouen gaan en ik in voorhand mijn plaats zal neemen. Hoe het zig dan verder toe zal dragen weet ik niet. Zoo het weder beeter is als het teegenwoordige gaa ik mogelijk met de kar of wagen mee dog zo niet neem ik de publique rijtuigen.

Gisteren morgen cml 8 uuren trokken voorbij mijn logement 4 Esquadrons zoo dragonders als hussaren met 2 stukken canon en een Bataillon Infantery, zij gingen naar de gevangenis van den Tempel om aldaar 13 veroordeelden van de laatste ataque op het Camp de Grenelle af te haalen en naar het gemelde kamp te voeren om gefusellieerd te worden, zulks is ook werkelijk smiddags ten 12 geschied en deeze vrienden naar de andere waereld gezonden, de overige zijn tot minder straf gecondemneerd : onder deeze conspiratie behoord ook de berugte Postmeester Droiset dan hij heeft zijn Piek (?) geschuurd en zijn confraters in de pekel laten zitten ; op de nagt van de aanval was hij meede present maar toen hij zag dat zijn oogmerk mislukte is hij vortgegaan en met een schuyt de Seine overgevaren.
Zondag ben ik na St. Cloud en Sêve gewandelt, te St. Cloud was een fête champêtre het geen ik bijwoonde, half Parijs was in het park en om 6 uuren deed men de fonteynen springen , hetgeen alle bedenking te booven gaat. Ik heb er een sprong water gezien die de dikte van mijn pols had en 90 voeten hoog sprong, dit is moogelijk de hoogste sprong uyt Europa; savonds ten 7 uuren wandelde ik voort na Versailles alwaar ik zeer wel arriveerde en daadelijk mijn compliment ging maken bij de Heer van de Capellen die hier zeedert 87 woont. Ik werd aldaar minsaam en opregt Gelders ontfangen en zijn Ed. bezorgde mij een best logement in het Park, hetwelk ik den volgende morgen gezien heb beneevens het kasteel en groot en kleijn Trianon.
Maakt het compliment van de Heer van de Kapellen & familie aan Ds Schiedens (?). Ik had voor zijnEd. aldaar een brief te bezorgen.
Beide de Heeren van Spaandonck heb ik gesprooken . Die Directeur van de Schildering te Sêve (Sêvres?) is heeft ons de Porcelijnfabriek aldaar doen zien, en deszelfs broeder die een groot man in Parijs is zijnde Profesor aan het Museum in de Kruydetuijn heeft mij meede op gisteren het plaisir gedaan van het Cabinet aldaar te bezien. Nooijt heb ik in nújn leeven iets frayer gezien als de fabriek van de Gobelins. Ik dagt dat men aldaar lakens fabriceerde dog zulks is zo niet men maakt er alleen Tapijtwerk voor behangsels en schilderijen. Ze hebben voor mij gewerkt en hetgeen uyt hunnen handen komt is zoo schoon dat men dat men er met de Neus boven op moet leggen om te zien of het schilderij of tapijt is.

Brief van Pieter Maas Czn aan zijn ouder vauit Parijs (1796) - blad 2Ik heb u bij mijn voorige gezegd dat alles in Parijs zeer stil is, dog men is niet zonder vrees voor nieuwe gebeurtenissen intussen worden de beste maatregelen tot conservatie der rust genoomen; men is thans zeer kies op het stuk der Paspoorten en men kan niet buyten de Barriere gaan of er in koomen, zelfs op geen Puplique plaatsen koomen of men moet van een zogenaamd carte de Sureté voorzien zijn : zodanig een billet heb ik ook op zeeker Bureau teegen verwisseling van het Paspoort van onze Ambassadeur moeten haalen en hier mee ben ik vrij. Men heeft deezer dagen door geheel Parijs visites Domicilieres gedaan; dat is alle huyzen geinspecteerd, en die geene die geen be-
hoorlijke papieren had gearresteerd, zoo hebben er ten minsten een hondert of 2 voor eenige dagen in het kasje gezeeten. Over het generaal is men hier als vuur en vlam teegen de Jacobijnen of zogenaamde Terroristen. Voor deeze factie oopenlijk uyt te koomen zoude zooveel zijn als zig aan stukken willen laten scheuren; dit doet alle reedelijke weezens groot plaisir.
Deezer dagen heb ik ten deezen opregt raare Scènes bijgewoond, overal daar ik onbekend was en mijn stem heb laaten hooren heeft men mij althans voor geen Hollander gehouden. Ik heb dus dikwijls of voor een franschman of voor een ander weezen doorgegaan, en met niet veel Lof van mijn eigen Natie hooren spreeken; die men houd voor bloote Naäpers van de franschen, voor volk dat zig zelf niet weet te redden, ook door dezelfde factie van Jacobins gevaar loopt geregeerd te worden en voor een Natie Eindelijk die deszelfs Character verloren heeft. Ik heb zoodikwijls gezweegen en in mijn geest Amen gezegd. Intussen is men hier overheerlijk in de kunst gevordert om de menschen het geld uyt de zak te haalen; alles reekend men tot de penning ; voor het eerste maal Eeten dat ik in mijn oude Eethuys hield, betaalde ik 6 Livres daar het mij deeze winter omtrent 32 St Hollands kosten een Paar Laarzen gelden L 36 schoenen na advenant de mandaten zijn circa 5 L de 100 waardig. Heeden heb ik de nadere commissie van de Heer Breda uijtgevoerd en tegelijk voor ons gebruijk gekogt een werk over de verwerijen dat zeer geestimeerd is, wat hier van zij zullen wij zien.
Woensdag Avond ten 10 uur
Ik meende hier morgen nog het een en ander bij te voegen dan ik kom daar van de Heer Slingerland terug, bij wien ik savonds gemeenlijk een copje thee gaa drinken hetwelk ons tot Soupé strekt, en verneem dat de Post op de gewoone tijd vertrekt hetwelk morgenogtend is hoezeer men gezegd had zulks tot vrijdag zou uytgesteld worden. Daarom sluyt ik deeze met de verzeekering dat ik thans welvarende

Brief van Pieter Maas Czn aan zijn ouder vauit Parijs (1796) - blad 3

ben; gisteren was ik niet fris maar ik heb direct wat Pillen van de heer Breda gebruykt die mij vandaag wat schoongemaakt hebben; Ik schrijf zulks toe aan de verandering van Lugt en Spijs en aan de zwoele hitte die men hier geduurende een dag of 4 gehad heeft men brande daar ( ) en dronk zig zoo men zegd ongans.

Een ding spijt mij en dat is dat mijn 2 halve flesjes jenever zoo goed als op zijn. Ik heb er grootsch op geweest en een stuk of 2 hollanders er op gehad die er ongezouten in beeten, het resje zullen wij zoo lang doen strekken als moogelijk is en drinken er de beeterschap van den Hollanders mee.

Tot evenwigt van den disfortuynen aan den Rhijn heeft men tijdingen van Nieuwe overwinningen van Buonaparte die gedugt zijn en niets minder dan de vernietiging van de Wurmser Armee behelzen, het is te wenschen dat zig alles zal redresseeren : Jourdan komt terug en Beurnonville zal hem vervangen.

Ik wagt uwe Nadere tijdingen te Petit Couronne werwaards ik vrijdag of zaterdag zal vertrekken, de Diligence gaat smiddags af en komt den volgende dag te Rouen.

Groet intussen alle vrienden bekenden en huisgenooten en geloofd mij

Uw Liefhebbende Zoon

P. Maas

Ik hoop dat Toon stipt nakomt hetgeen ik hem belangende mijn paard heb gezegd, om namelijk er om den andere dag bepaald mee van 't stal te gaan.

ontfangen den 27° September 1796

beantwoord 29 --