Pieter Corneliszn Maas (1766-1850) – brief aan zoon Aat dd 20 augustus 1831

Brief van Pieter Maas Czn aan zijn zoon Adriaan Jan Cornelis (1831-08-20)

Pieter Corneliszn Maas (1766-1850) werd op 9 december 1766 geboren als oudste zoon van Cornelis Maas en Willemina van der Putten.

Deze brief schreef hij aan zijn derde zoon Adriaan Jan Cornelis MG op 20 augustus 1831.De WelEdGestr Heer

den Heere Mr A J C Maas
Lt bij de Noordh. Schutterij
te Gilzen

Brief van Pieter Maas Czn aan zijn zoon Adriaan Jan Cornelis (1831-08-20)

Aat

Ik heb van u ontfangen de volgende brieven van Turnhout dato 4 Aug den 6 en beantwoord den 6e

„ Gheel - 4 ~ 7 ----- 9e
„ Diest - 7 - ll ----- lle
„ Heekendonk - 9 - ll ----- Ile
„ voor Leuven ll&l2- 15
„ idem 13 - 20 ----- 206
„ Chaam 18 - 20
„ Gilzen 19 - 20
terwijl ik 11 regulier de Courant heb gezonden zoals ik nog heden doe. Ik heb uit uwe laatste niet kunnen opmaken of en welke van mijne brieven gij hebt ontfangen, maar ik moet veronderstellen dat gij althans niet in handen hebt gekregen de brief waarin ik u onze ongerustheid mede deelde omtrent de tijdingen welke op uw naam alhier in omloop waren (mijn brief was van den 11e) de 2 brieven uit Diest van 7 en 9 dezer redde ons, het was donderdags toen wij die ontfingen, zodat wij van maandag aftoen de tijding van. uw dood hier kwam in onze onzekerheid blijven moesten ! In het Provinciale Dagblad van NoordBraband en in den Gorinchemse Courant van 8 Aug stond met ronde woorden

Brief van Pieter Maas Czn aan zijn zoon Adriaan Jan Cornelis (1831-08-20)

 "Te Diest is een officier, zo men zegd de Heer Maas uit" Delft, verraderlijk, door een Burger, uit een huis, dood" geschoten. - de dader zal vermoedelijk worden opgehangen. Gij kunt dus oordeelen dat wij tot den ontfangst van de uwe van den 7e en 9e te gelijker tijd in zeer grote ongerustheid zijn geweest aan welke zo haagsche als delfsche vrienden grotelijks deelnamen; - La Paissiëre kwam hier dingsdag avondsen woendags ook om te zeggen wat hij er van wist en om tevragen wat wij er van konden mededeelen ! maar niemand konde het vraagstuk oplossen en wij moesten notoir ons overgeven en waren genoopt u maar uit te schrappen comme un poste de Nonvaleur I ~ dit is nu anders uitgekomen en daar mede wenschen wij ons en u geluk ! ook wenschen wij u geluk met uwe behouden aankomst op ons territoir en wij wenschen hartelijk dat gij nog geen eene brave Hollander immer of te ooit in de verpligting zal komen om zulk lafhartig volk als de Belgen zijn een klap om de oren te gaan geven, want zij zijn het niet waard. Puntum over dit vee.

Brief van Pieter Maas Czn aan zijn zoon Adriaan Jan Cornelis (1831-08-20)

-daar gij nu te Gilzen zijt zo schrijft gij aan onzen vriend te Tilburg - die man heeft zich uitermate geweerd in de zaak van uw pretens noodlot; en ik weet dat hij dit omtrend 11 heeft gedaan alsof gij zijn eigen zoon waart geweest. Wij zijn hier allen zeer wel; en wij ontfangen u zodra gij maar kunt komen - gij zoude dan wel wat patrijzen kunnen medebrengen. -Alles is hier gespannen om de prins op zijn passage de blijk ente geven van dankbaarheid over het ophouden der Hollandscheeer ! geheel het Oude Delft is groen gemaakt - in den Haag ook- als mede langs de geheele haag weg. ik houde mij verzekerd dat men in den Haag zijn paarden afspand en. hem naar zijn palijs trekt - de Princes met de kinderen zullen hem tegemoet gaan tot Rotterdam. Schrijft nu eens aan Willem en geloofd mij na vriendelijke groet ook van uw mama.

uw Lh Vader

P Maas Cz

wij wagten spoedig uw nadere schrijvens.