Pieter Corneliszn Maas (1766-1850) werd op 9 december 1766 geboren als oudste zoon van Cornelis Maas en Willemina van der Putten.

Deze brief schreef hij aan zijn derde zoon Adriaan Jan Cornelis MG op 25 februari 1845.

De WelEdGeboren Gestr. Heer
den Heer Mr. A.J.C. Maas van Zuid Scharwoude
Lid van de Regtbank
Alkmaar

Aat

Het berigt dat gij mij van gisteren geeft treft mij zeer, maar ik had deze tijding na uw vroeger schrijven verwagt. Inderdaad een treurig geval voor eene gelukkige kraamvrouw die haar vervulde hoop nu op eens verdwenen ziet. Wij moeten in zulke gevallen met vertrouwen berusten en geloven dat de hand die gaf ook kan wegnemen; en van dat Goddelijk vermogen behoren wij ons niet te beroepen. Wij mogen. niettemin. wenschen. dat onder zulke gebeurtenissen de geliefde kraamvrouw moge ge- spaard blijven voor gevolgen die vaak door zulke smertelijke gebeurtenissen en door overspanning van gevoel kunnen ontstaan.

Ik betuig dat de 2 maanden die wij haast in dit jaar zullen ten einde gebragt hebben rijk zijn (aan) ontzettende omstan- digheden. Ik heb u niets durven schrijven over het sterfgeval van de vrouw van ds. van der Leeuw; de dochter van onze neef Janssen uit zijn eerste huwelijk. Dit mensch 25 jaar oud was met vd Leeuw in 2^e huwelijk getrouwd. Zij bragt de 4 voorkinderen van vd Leeuw als eene waardige moeder op; zij had ook een kind. van haar zelve, en is den 15^e dezer maand van het 2^e  verlost. Deze verlossing is geprovoceerd ten gevolge van de bekende ongesteldheid van het eeten van mosselen. Ofschoon gelukkig, men kon intussen aan een kraamvrouw de gewone midde- len tegen de mosselziekte niet in 't werk stellen. Zij kreeg om kort te gaan, den 17^e koorts, den 18^e  zogverplaatsing, den 19^e deliere en den 20^e dood. Heden is zij begraven. Ik zou denken dat gij deze omstandigheid voor Cateau moet verzwijgen. Het is alreeds erg genoeg dat men de anonce van het overlijden in de courant vind daar 8 dagen te voren het berigt van de bevalling in werd gemeld.

Ik ben heden ogtend ontsteld geweest van een berigt in de Rotterd Courant van het overlijden van onze neef W.H. Vogel laatstelijk Burgemeester van Blijsweik. Van 's mans ziekte , zo hij ziek is geweest, wist ik niets, ofschoon ik heden agt dagen te Rotterdam zijnde nog veel om hem en zijne vrouw heb gesproken en men toen van hun niets anders wist als dat beiden gezond en welvarend waren. Met hem zijn nu alle de kinderen van Vogel weg. Grietje is hem het laatst vooruitgegaan. Wij zijn nu zeer verlangende naar tijding omtrend Cateau en ik verzoek dat gij ons die nog in den loop van deze week doet toekomen.

Ik groet u en Cateau benevens uwe schoonzuster vriendelijk en

blijve

Uw Lh. vader

P. Maas Cz.