Alida Sophia Maas (1801-1821) werd op 17 januari 1801 in Delft geboren als dochter van Pieter Corneliszn Maas (1766-1850) en Willemina Susanna Geesteranus (1772-1827).

Zij overleed op 13 mei 1821 in Delft.
 

Willemina Susanna Geesteranus (1772-1827) was getrouwd met Pieter Corneliszn Maas (1766-1850).

Zij was de dochter van Johannes Geesteranus (1739-1812), die op 13 december 1758 aangesteld werd als Ontvanger der Convooien en Licentiën in Delfshaven.

Zij was de kleindochter van Joris Geesteranus (1707-1776), die in 1734 procureur werd in Delft en in 1736 notaris.

Zij was de achterkleindochter van Johannes Geesteranus (1683-1724) die schoenmaker was in Delft.

En zij was de achter-achterkleindochter van Dirk Geesteranus (1653-1729), die meester schoenmaker was in de Peperstraat in Delft.

Anna Maria Maas (1785-1852) werd op 13 juni 1785 Delft geboren als dochter van
Cornelis Pieterszn Maas (1741-1811) en Willemina van der Putten (1743-1810).

Zij trouwde op 1 november 1811 in Delft met Paulus Soek (1775-1838).

Zij overleed in 1852 (datum en plaats onbekend).
 

Jannetje Maas (1775-1835) werd op 8 oktober 1775 in Delft geboren als dochter van Cornelis Pieterszn Maas (1741-1811) en Willemina van der Putten (1743-1810).

Jannetje trouwde op 12 mei 1805 in Delft met Thomas Francis Richard (1771-1838) en overleed in 1835.
 

Cornelia Maas (1772-1841) werd op 30 mei 1772 in Delft geboren als dochter van Cornelis Pieterszn Maas (1741-1811) en Willemina van der Putten (1743-1810).

Cornelia trouwde trouwde op 9 mei 1796 in Delft met Adriaan Jan Hoekwater (1771-1818).

Cornelia overleed in 1841.
 

Cornelis Pieterszn Maas (1741-1811) werd op 29 oktober 1741 in Den Haag geboren als zoon van Pieter Gilleszn Maas (1713-1766) en Jannetje Schommers (1721-1755).

Cornelis Pieterszn was lakenfabrikant in Delft en werd er (samen met zijn vader) op 20 december 1760 conciërge van de onder één college van regenten werkende tehuizen Sint Jorisgast- en dolhuis en het Tucht- en werkhuis in Delft over van zijn vader.
In het Tuchthuis werden de armen, landlopers en wezen aan het werk gezet. Zij moesten er spinnen en weven.
Cornelis werkte zich op tot staalmeester en gouverneur van de lakenhal én tot secretaris van het Sint Nicolaasgilde.

Pieter Gilleszn Maas (1713-1766) werd op 12 juli 1713 gedoopt in Den Haag.
Hij was het tiende kind van Gilles Maes (1677-1726) en Arendje Hogervorst (1677-1751).

Pieter Gilleszn was sajet- en zijdeverver, wolbereider en koopman in Den Haag. Hij kwam in 1760 naar Delft waar hij (samen met zijn zoon Cornelis Pieterszn (1741-1811)) werd aangesteld als conciërge/binnenvader in twee, onder één college van regenten werkende tehuizen: het Sint Jorisgast- en dolhuis en het Tucht- en werkhuis aldaar.

Pieter Corneliszn Maas (1766-1850) werd op 9 december 1766 in Delft geboren als oudste kind van Cornelis Pieterszn Maas (1741-1811) en Willemina van der Putten (1743-1810).

Pieter trouwde op 16 mei 1797 in Delft met Willemina Susanna Geesteranus (1772-1827), geboren op 30 juni 1772 in Delft als dochter van Johannes Geesteranus (1739-1812) en Alida Sophia Noodt (1747-1808).
Zij werd gedoopt in de Waalsche Kerk in Delft op 5 juli 1772.