Maas Geesteranus
Familievereniging

Zoeken

Taal weergave

Login Formulier

Enkel familieleden en aanverwanten krijgen toegang tot de afgeschermde informatie.

Jorden van Foreest (1494-1559)

Jorden van Foreest (1494-1559)Jorden van Foreest (1494-1559), vader van Nanning van Foreest.

Citaat van het Stedelijk Museum Alkmaar:

Hoewel de teksten op de achterzijde van dit paneel suggereren dat dit het portret is van Jorden Dircksz van Foreest (cat.nr. 109), moeten we aannemen dat het hier om diens enige zoon Jorden Jordensz gaat (1494-1559). De levensdata die eveneens vermeld staan, bevestigen dat ook. Jorden Jordensz van Foreest was getrouwd met Margriet Nanning Beyersdr die stierf in 1546. Het echtpaar kreeg een groot aantal kinderen. Hij was zeer gelovig en bekleedde vele belangrijke functies. Zo werd hij door bemiddeling van zijn nicht Ursula van Borselen benoemd tot vicaris van het St. Jacobsaltaar te Haarlem. In 1517 trad hij toe tot het Papengilde, een vereniging van de katholieke Alkmaarse elite. Tussen 1522 en 1546 bekleedde hij de functie van schepen en thesaurier en was lid van de vroedschap van Alkmaar. Van 1538 tot 1541 was hij kerkmeester van de - toen nog katholieke - Grote of Sint Laurenskerk, baljuw van Bergen en leenman van Holland. Hij bekleedde verscheidene jaren het ambt van burgemeester van Alkmaar. Tevens was hij betrokken bij de werken aan de Hondsbossche Zeewering. Als kerkmeester is Van Foreest nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van het reusachtige altaarstuk dat Maarten van Heemskerck tussen 1538 en 1543 vervaardigde voor de Grote of Sint Laurenskerk. Zijn naam komt regelmatig voor in de contracten die tussen 1538 en 1541 werden gesloten. Zelf is hij weergegeven op het rechter buitenluik van het drieluik. Dat portret vertoont veel overeenkomsten met het hier besproken 17de eeuwse schilderij.Toch kan niet zonder meer worden geconcludeerd dat de kop op het altaarstuk als model heeft gediend voor dit portret. Daarvoor lijken ze niet genoeg op elkaar. Bovendien werd het altaarstuk al voor 1566 naar Zweden verscheept. We mogen aannemen dat de 17de eeuwse kopiist heeft het daar nooit heeft gezien. Er is nog een andere 17de eeuwse kopie bekend, die lijkt op het hier besproken portret. Dit bevond zich in 1944 in de collectie Van Loon te Amsterdam, waar het thans is, weten we niet.