Pieter Corneliszn Maas (1766-1850) - brief aan zijn zoon Adriaan Jan Cornelis MG (1805-1871) dd 18 april 1850
Pieter Corneliszn Maas (1766-1850) werd op 9 december 1766 geboren als oudste zoon van Cornelis Maas en Willemina van der Putten.
Deze brief schreef hij aan zijn derde zoon Adriaan Jan Cornelis MG (1805-1871) op 18 april 1850.
De WelEd Geb.Gestr Heer
den Heere Mr. A.J.C. Maas van Zuid Scharwoude
op den Huize Uitenbosch onder Heemstede Haarlem
Aat,
Daar gij volgens uwe laatste berichten gister buiten zijt gekomen adresseer ik deze op Uitenbosch; gij zult volgens den almanak overmorgen als wanneer wij den 10e April zullen schrijven, uw geboorte verjaring vieren. Dat dan n° 45 zal zijn. Een tijdperk dat zeer groot is als wij het voor af beschouwen, maar zo kort als wij er op terug zien. God geve u nog zeer veele levensjaren die moge gekenmerkt zijn door voorspoed gezondheid en huislijk geluk. Het zij u vergund uwe kinderen te mogen zien op wassen in physieke welvaren en derzelver streven onder uwe leiding te zien gelukken om nuttige leden der maatschappij te worden; en zo ziet gij in gevorderden leeftijd uwe zorgen aangenaam beloond. De maand April leverd belangrijke verjaardagen op , uw broeder Cornelis verjaarde den 4e. Jan zal den 23 zijn feest vieren. Allen zijn gezegend met een talrijk gezin en hebben het voor- recht de Jongelingschap het goede pad te zien bewandelen. Het opperwezen bestuure derzelver volgende gangen. Mijne gezondheid is in zoverre goed, dat men er van moet uitzonderen een zeer* onaangenaam zenuwachtig gevoel dat mij drukt. Ik hoop veel van. de lente en volgend zomer saisoen waartoe ik mijn best zal doen het nut te ondervinden, dat veel beweging in de open lucht zal zijn enz.Bijzonder famille nieuws is er niet. Uw tante Soek is te Delft geweest gedurende de eerste helft dezer maand doch in 't begin der week vertrokken. Zij heeft ons veel te vertellen gehad van de last die zij in hare woning heeft ondervonden gedurende de hoge stand der rivier, van dergelijke onaangenaamheden hebben wij hier geen denkbeeld. Ik hoop dat alles in uw huis welvarend zal mogen zijn. Groet uw waarde huisvrouw mijnentwege en geloof mij
uw Lh vader
P Maas Cz
Ik herinner mij U bij mijn vorige alreeds over mijne zenuw affectie geschreven te hebben. Ik herhaal zulks niet om dat het slimmer is maar ik ben altoos met de gewaarwording behept en dat doet mij er weder van spreken.